reset size mute speaker contrast

Sociale steun in huisartsenpraktijk

Elke twee weken is sociaal werker Liesbeth Oberman vanuit het Gezinslab aanwezig in de huisartsenpraktijk. Op donderdagochtenden tussen tien en twaalf uur kunnen patiënten zonder afspraak binnenlopen met hun vragen. “We willen de drempel zo laag mogelijk maken,” zegt Liesbeth tijdens een van haar eerste spreekuren. Dit is de eerste keer in Nederland dat een sociaal werker op deze manier in een huisartsenpraktijk werkt. Door deze samenwerking met het Gezinslab krijgen patiënten niet alleen medische hulp, maar ook sociale ondersteuning. Dit helpt hen om zich beter te voelen en hun problemen aan te pakken.




Echt verder helpen

Liesbeth ziet regelmatig dat mensen de drempel naar ondersteuning niet overstappen. “Een taalbarrière maakt het lastig, een logistiek probleem of wantrouwen en schaamte. Maar ook weten mensen soms niet goed waar ze terecht kunnen.” Ze verwacht dat bewoners door het spreekuur makkelijker binnenlopen of via een van de veertien medewerkers van de huisartsenpraktijk worden doorverwezen. “Voor de praktijk en ook het consultatiebureau is het helder: hier zit de expertise op sociaal gebied.”

Liesbeth lost zelf waar mogelijk problemen op en beantwoordt vragen, maar verwijst ook door naar bijvoorbeeld de buurtservicepunten, waar vrijwilligers helpen met het invullen van formulieren of het aanvragen van uitkeringen en toeslagen. Ze zal daarbij inschatten of iemand ook echt zelf actie zal ondernemen. “Als ik denk dat dat niet zo is, kan ik meegaan.”

Welzijn op recept

De nauwe samenwerking en het instellen van een sociaal spreekuur binnen de huisartsenpraktijk is nieuw in Leeuwarden en past bij een landelijke trend: Welzijn op recept. Deze integrale vorm van zorg voor mensen met psychosociale klachten wordt in meer dan 175 gemeenten uitgevoerd (slechts een enkele in Friesland). In plaats van het ‘traditionele pilletje’ verwijst de huisarts patiënten door naar een welzijnscoach. 



Huisartsenpraktijk


Bewoners van Bilgaard verder willen helpen is ook de motivatie van praktijkhouder en Physician Assistant (PA) Akke van Dijk. Samen met haar man Ian Bosma nam Akke de praktijk in 2023 over, een ongebruikelijke stap, omdat de praktijkhouder normaal gesproken van oudsher huisarts is. “Ik werkte hier een jaar toen huisarts Gert Wiegman zei met pensioen te willen. Een stille ramp dreigde, want er was geen opvolger. Ian en ik zijn toen het avontuur aangegaan. Wij vonden het niet kunnen dat 2000 mensen hier in de wijk geen huisarts meer hebben.”

Ook zij ervaart regelmatig dat problemen niet medisch zijn. “Weinig geld hebben zorgt bijvoorbeeld voor stress en slapeloosheid, waaruit ook andere klachten kunnen ontstaan. Mensen komen nu misschien naar de huisartsenpraktijk terwijl ze beter af zijn bij Amaryllis.”

De komst van het spreekuur verlaagt mogelijk ook de druk op de huisartsenpraktijk. Van Dijk is groot voorstander van taakdifferentiatie binnen de zorg. “Daarom hebben we bijvoorbeeld een ouderenverpleegkundige in dienst. Zij komt bij de mensen thuis, het is zo fijn dat we nu tijd hiervoor hebben.”

Groei door persoonlijke overwinning

Pascal Bijlsma, 29 jaar oud, heeft een bewogen tijd achter de rug. Hij kampte met verslavingen en leefde een tijd op straat. Vier jaar geleden kwam sociaal werker Dirk de Jong  van Amaryllis in zijn leven. Dirk hielp Pascal om weer op de been te komen, zowel fysiek als mentaal. Dirk ziet het positieve effect van bewegen bij alle deelnemende bewoners: “De motivatie gaat omhoog omdat ze een doel voor ogen hebben. Het zijn bewoners met bagage waardoor persoonlijke overwinningen welkom zijn. En Pascal gun ik ook zo’n succeservaring.”

Pascal is nu zo’n vier tot vijf maanden aan het trainen voor LOOP Leeuwarden, dat op zondag 2 juni plaatsvindt. “Het voelt hartstikke goed”, vertelt hij. “Hardlopen geeft een adrenalinekick en ik heb doorzettingsvermogen bij mezelf ontdekt. Ik wil dan ook echt die vijf kilometer in een mooie tijd halen! Naast dat ik lichamelijk gezond bezig ben, ga ik er mentaal ook op vooruit.”

Welzijnsorganisatie Amaryllis biedt, in samenwerking met atletiekvereniging Lionitas en het programma Leeuwarden Oost, inwoners de kans om te trainen voor de LOOP. Hardlopen is een laagdrempelige manier om zowel lichamelijk als mentaal gezond te blijven. Een doel hebben en tegelijkertijd werken aan je gezondheid.

Succeservaring 

Pascal Bijlsma, 29 jaar oud, heeft een bewogen tijd achter de rug. Hij kampte met verslavingen en leefde een tijd op straat. Vier jaar geleden kwam sociaal werker Dirk de Jong  van Amaryllis in zijn leven. Dirk hielp Pascal om weer op de been te komen, zowel fysiek als mentaal. Dirk ziet het positieve effect van bewegen bij alle deelnemende bewoners: “De motivatie gaat omhoog omdat ze een doel voor ogen hebben. Het zijn bewoners met bagage waardoor persoonlijke overwinningen welkom zijn. En Pascal gun ik ook zo’n succeservaring.” 

Regie op eigen leven

“Dirk en ik hebben samen echt een klik”, zegt Pascal. Door zijn hulp is er meer structuur in zijn leven gekomen. Pascal vervolgt: “Ik schaamde me voor mijn verleden van verslavingen en het leven op straat. Van Dirk hoeft dat niet. Het gaat erom dat je weer regie krijgt op je eigen leven en dat fouten maken mag.” Dirk: “Het leven gaat met vallen en opstaan en soms heb je daarbij iemand nodig die je weer overeind trekt.” 

Weer vooruit kijken 

Met deze vernieuwde energie wil Pascal weer vooruit kijken. “Ik wil graag mijn familie laten zien dat ik weer regie heb op mijn leven. En ik wil graag een opleiding volgen voor een baan in de toekomst. Ik wil graag mensen helpen, bijvoorbeeld door te leren voor ambulancebroeder of brandweerman. Eigenlijk had ik op dat punt al willen zijn. Maar eerlijk gezegd heb ik meer tijd nodig voor persoonlijke ontwikkeling, dat helpt mij verder.”  

Foto LOOP Leeuwarden 2023: Dijksmamedia/Anne Waterlander

Meer bewegen voor betere motoriek

Krantenknipsel over slechte motoriek

‘Motoriek van kinderen is om te huilen’ schreven de NRC, LC en het Friesch Dagblad. Uit onderzoek blijkt dat basisschoolkinderen steeds meer moeite hebben met bijvoorbeeld het vangen en gooien van een bal, touwklimmen en goed balanceren.  

Kruipen, lopen, rennen gooien of springen. Het zijn basishandelingen waarbij je een goede motoriek nodig hebt. Toch gaat de motoriek van kinderen achteruit. Meerdere zaken spelen hierbij een rol zegt Sido de Schiffart, manager Sportontwikkeling van bv SPORT. “Het is bijvoorbeeld niet meer vanzelfsprekend dat kinderen buitenspelen. Er is ook minder ruimte voor kinderen om te spelen waardoor bewegen moeilijker wordt gemaakt. Maar er zijn lichtpuntjes. In de gemeente Leeuwarden zie je dat er bij nieuwe ontwikkelingen zoals in Leeuwarden Oost, meer rekening met groen en bewegen wordt gehouden.”  

Bewegingsonderwijs 

Je leven lang genoeg bewegen en sporten begint al op de basisschool, met goed en voldoende bewegingsonderwijs. “Toch zie je dat gymles voor veel meesters en juffen er iets bij is. Wij van bv SPORT bieden scholen dan ook tegen betaling een vakleerkracht aan. De leraren hebben zo meer ruimte om andere lessen voor te bereiden en de kinderen krijgen goed bewegingsonderwijs.”  

MQ Scan 

Bij ongeveer 40 basisscholen volgt bv SPORT de motorische ontwikkeling van kinderen met behulp van de MQ Scan. De MQ Scan is een wetenschappelijk bewezen meetinstrument. Het bestaat uit een kleine beweegbaan, opgebouwd volgens duidelijke uitleg en gemaakt van de materialen die je standaard in een gymzaal aantreft. Hoe lang een kind erover doet om de baan af te leggen, geeft aan of het kind voor zijn of haar leeftijd goed, gemiddeld of matig presteert op motorische vaardigheden. Deze informatie wordt gebruikt door vakleerkrachten om gymlessen aan te passen. 

Informatie 

“Onze Buurtsportcoaches organiseren naschoolse sportprogramma’s, bijvoorbeeld met lokale sportclubs. Zo blijven de kinderen in beweging. Bovendien moedigen wij buitenspelen aan en helpen we ouders/verzorgers met het aanmelden van kinderen bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Mooi om te zien dat er zo’n fonds is zodat ieder kind aan sport kan doen”, vult Sido aan. 

Leeuwarden Oost 

Op de plek waar nu nog het oude SC Cambuurstadion staat komt straks een speciale ontmoetings- en bewegingsplek. “Dat moet echt een plek worden waar mensen van jong tot oud bij elkaar komen en samen gaan bewegen. Dat bewegen moet zo veelzijdig mogelijk zijn, want dat zorgt voor betere prestaties, het voorkomen van blessures en het zorgt voor meer creativiteit. En het belangrijkste hiervan, het levert weer meer én langer beweegplezier. Zo zien wij dat graag: inwoners die blij zijn van sport en dat blijven!” 

Armoedebestrijding: een beroep op liefde, hoop en gemeenschap 

Vandaag, de internationale dag voor de uitroeiing van armoede, wil ik stilstaan bij de realiteit van armoede. Voor zij die in armoede leven, is dit niet enkel een jaarlijkse aandachtstrekker, maar een dagelijkse strijd voor overleven.

Column door Marloes Schreur, programmadirecteur Leeuwarden Oost. 

Terwijl ik deze woorden schrijf, regent het buiten en laat de zon zich sporadisch zien. De herfst laat zich voelen met koude windvlagen die om het huis heen gieren. Hier zit ik warm en droog. Ik besef mij dat er mensen zijn die deze basisbehoeften missen: een warm onderkomen, voedsel, drinkwater en dierbaren. 

De kracht van naastenliefde 

Als kind van een gezin dat met schulden, verslaving, depressie en werkloosheid worstelde, kwam de ‘koude regen’ regelmatig voorbij in mijn leven. Soms voelden we ons buitenbeentjes en vonden niet altijd aansluiting in onze omgeving. Naast deze tegenslagen leerde ik ook de kracht van naastenliefde kennen. Die ene lerares die me een kleurrijke tweedehands winterjas gaf, waar ik met trots jarenlang in rondliep. Vrienden van mijn ouders die ons de kans gaven om in hun huis vakantie te kunnen vieren. Mijn ouders konden er niet altijd zijn. Ondanks dat gemis heb ik als kind altijd hun liefde mogen voelen. Zo kon ik als kind alles prima aan.    
 

Ontmoeting met impact 

Een tijdje geleden, tijdens een feest in Leeuwarden Oost, zag ik een jongen lopen. Met grote ogen zocht hij naar plastic flessen. Zo hoopte hij wat statiegeld te verdienen om iets lekkers te kunnen kopen op het wijkfeest. Ik wilde hem meteen helpen, maar hij weigerde. Ik begreep dat heel goed, want dat zou zijn zelfstandigheid aantasten. Uiteindelijk vond ik een 2 euro munt en liet de keuze aan hem. Dolblij nam hij het aan en rende naar het feest. Deze ontmoeting raakte mij diep in het hart. Het behouden van zelfstandigheid, zowel bij het geven als ontvangen, is een gedeelde zoektocht in tijden van armoede. Ondanks mijn eigen ervaring wilde ik het ook zo snel mogelijk oplossen. 

Een sterke gemeenschap 

Ik deelde het verhaal met de wijkbeheerder die hem herkende als iemand die geregeld om eten vroeg in het wijkcentrum. De beheerder leerde hem dat hij ook kon helpen in ruil voor eten. Nu vraagt hij niet langer om eten, maar biedt zijn hulp aan. Ondanks dat je natuurlijk niet wilt dat hij om eten hoeft te vragen, werd hij liefdevol gezien in de gemeenschap. Hem wordt geleerd zichzelf te redden met steun van zijn gemeenschap en staan zijn ouders er niet alleen voor.  

Uit persoonlijke ervaring weet ik hoe belangrijk rolmodellen en steunpilaren in de buurt zijn. Vooral voor kinderen die er opgroeien. Het zijn de mensen binnen de gemeenschap die de grootste impact kunnen hebben door de ander te zien en te steunen met een klein gebaar. Het versterken van deze gemeenschappen is nodig in een tijd van toenemende armoede. Maatschappelijke organisaties, zoals politie, werkgevers en scholen, kunnen daarnaast bijdragen aan het creëren van extra kansen voor mensen. 

Verbinding 

Ook weet ik vanuit ervaring dat perspectief hoop en energie biedt. Na het overlijden van mijn geliefde was mijn toekomstperspectief met hem van de één op de ander dag weg. In die periode bracht het maken van een dansvoorstelling mij perspectief en zin in het leven. Sta eens stil bij je eigen perspectief en bedenk wat je nodig hebt wanneer dingen niet gaan zoals gepland, hoe klein ook. Liefde en perspectief zijn de magische ingrediënten voor verbinding. Steunpilaren in de gemeenschap kunnen geen wonderen verrichten, maar ze kunnen wel de last van armoede verlichten en perspectief vergroten.  

17 oktober, de dag om internationaal stil te staan bij armoede in de wereld. Een maatschappelijk probleem wat in Nederland groeit tot 5,7 % van de bevolking en van kinderen is dat zelfs tot 7%. In Leeuwarden groeit gemiddeld 12% van kinderen op in armoede en in Leeuwarden Oost zelfs 24% van de kinderen.  

In Leeuwarden Oost komt dat in 2020 voor Heechterp Schieringen uit op 47%, Bilgaard 40% en Vrijheidswijk op 36%. Een jaar later is dat allemaal met circa 5% gestegen. In Heechterp Schieringen groeit dus meer dan de helft van de kinderen op in armoede.  

Op onderzoek in eigen wijk

Leeuwarden Oost staat voor een gezonde leefomgeving. Hoe zorg je ervoor dat opgroeiende kinderen meer gaan bewegen in de wijk? En hoe draag je bij aan gezondere keuzes op het gebied van voedsel? Bv SPORT, GGD Fryslân en het JOGG Leeuwarden hebben voor de zomer hier onderzoek naar gedaan.


Leerlingen en ouders van drie IKC’s in de wijken Bilgaard, Heechterp-Schieringen en Camminghaburen werden meegenomen op onderzoek in hun eigen wijk. Tijdens het onderzoek werden de bevindingen van leerlingen en ouders letterlijk in kaart gebracht. Tijdens de wandeling door hun eigen werden zij geïnterviewd over de wensen die ze hebben en wat er volgens hen beter zou kunnen.

De wensen en knelpunten in Heechterp-Schieringen


Meer veiligheid


Opvallend is dat de resultaten uit de drie wijken veel op elkaar lijken. Ouders en leerlingen geven aan dat er weinig speeltoestellen zijn voor de iets oudere kinderen. Ook zouden ze meer ontmoetingsplekken willen hebben. Ouders en leerlingen kwamen geregeld onveilige verkeerssituaties tegen. In de toekomst zien zij dit graag verbeterd worden.


Gezond eten

Uit de gesprekken met kinderen bleek dat kinderen koken interessant vinden. Zij willen hier dan ook graag meer over leren. De meeste kinderen vonden het ook erg goed dat erop hun school (een deel van het jaar) fruit aanwezig is. De gesprekken met ouders lieten zien dat zij merken dat er niet altijd gezond eten mee naar school genomen wordt. Daarnaast merkten zij ook op dat een beperkt budget of taal een belemmering kan zijn voor gezonde voeding.

Mini-symposium Ervaringskennis Gezinslab

Zes juli is er een mini-symposium over de ervaringskennis van het Gezinslab. In het Gezinslab in de wijken Bilgaard en Oud Oost in Leeuwarden hebben verschillende organisaties de handen in één geslagen om de gezinnen waar meerdere problemen spelen, beter te kunnen bereiken.

Centraal staat wat organisaties kunnen leren hoe we beter kunnen aansluiten op de behoefte van gezinnen en ook de sociale basis kunnen versterken. We willen meer passend antwoord geven op vragen van mensen, om gezinnen meer grip op het eigen leven te laten krijgen of houden.

Ervaringsdeskundigen en studenten Social Work hebben de ervaringen van bewoners opgehaald om meer inzicht te krijgen. Met dit mini-symposium worden aanwezigen meegenomen in verhaal van bewoners/ervaringsdeskundigen. Zo krijgen de bewoners een stem. Het symposium wordt afgesloten met een nabespreking om samen anders te leren kijken. De organisatie nodigt u dan ook van harte uit om daarbij aanwezig te zijn.

Vanessa Umboh

Als centrale gast zal Vanessa Umboh een inleiding verzorgen over de kracht van ervaringskennis. Zij zet zich van onderop in voor bewustwording, armoedeverzachting en systeemverandering. Vanessa is bekend van haar werk in Rotterdam waar ze de Stichting Stem zonder Gezicht heeft opgericht. Daarnaast heeft ze het boek ‘Moeder van 40.000 kinderen’ geschreven. Daarin vertelt ze hoe moeilijk het is om echt iets te veranderen in de samenleving, maar dat dat geen reden is om helemaal niets te doen. Ze zet zich in om iets te doen aan het lot van kinderen die in armoede opgroeien. Als hulpverlener in de GGZ kwam zij tijdens een burn-out in armoede terecht. Zij heeft armoede dus aan den lijve ondervonden. Vanessa moest zelfs een paar jaar van 28 euro in de week leven. Deze ervaring wakkerde bij haar strijdlust aan. “Als we bereid zijn om elkaar iets te gunnen en de handen ineen te slaan, kunnen we samen een heleboel oplossen.”

Praktische informatie

Wanneer6 juli 2023
Inloop14:30 – 17:00 uur
WaarTromptheater, M.H. Trompstraat 4A in Leeuwarden
Voor wieIedereen met hart voor het thema
AanmeldenAanmeldformulier

Lifecoaches

Een groepsfoto van de life-coaches.

Samen met een lifecoach je leven op de rit krijgen. Dat is het doel van de vier lifecoaches, die sinds april 2023, jongeren steunen die het op meerdere gebieden moeilijk hebben.

De aanpak van de lifecoaches werkt voor deze jongeren! De uitkomsten van het onderzoek onder 93 jongeren uit Leeuwarden Oost, laten zien dat jongeren weer gaan meedoen (participatie), zich mentaal beter voelen en dat hun sociale relaties verbeteren.  

De leefgebieden waarin jongeren het meest vooruit gaan zijn zelfregie, meedoen, zingeving en daginvulling (werk en opleiding). 

“De lifecoach is heel erg van het opschieten en dat hielp mij heel erg. Voor mij persoonlijk was het wel prettig om zeg maar een schop onder mijn kont te krijgen. Ik kan ook altijd goed met mijn lifecoach praten. Ze heeft me geholpen met mijn schulden maar ook als mens verder geholpen.”  
-Hugo- 

Aanpak lifecoaches 

Lifecoaches hebben minder caseload, meer tijd  voor langdurig en intensief meelopen, zonder tussentijdse overdracht. Ze hebben het vermogen om contact te maken met de jongere en als stabiele volwassene met hen op te trekken. Lifecoaches blijven geloven in de jongeren en geven niet op. Ook niet als ze keer op keer hun afspraken niet nakomen. Ook als vertrouwen winnen vier maanden duurt. En ook als ze toch onhandige keuzes maken. Zij achterhalen wat voor deze jongere het meeste stress geeft en gaan daar als eerste mee aan de slag.  

Als het nodig is nemen ze zaken tijdelijk over van de jongere. Ze zoeken naar wat er wél kan binnen het bestaande systeem, proberen blokkades te doorbreken en zien mogelijkheden die de jongeren misschien niet zien. Zo sluiten ze aan bij wat de jongere zelf wil en aankan. 

Resultaten in het kort 

Bij de start van de pilot had bijna 29% van de jongeren geen inkomen. Dit neemt gedurende de coaching af naar slechts 1%. Jongeren hebben twee keer zo vaak inkomen uit loondienst, vrijwilligerswerk of studiefinanciering.  

Middel- en zware huisvestings-problematiek neemt met meer dan een kwart af. De woonsituatie van jongeren stabiliseert: het aantal jongeren met zelfstandige woonruimte groeit met 6% en het aantal dakloze jongeren neemt af van 6% naar 1%.  

De lifecoaches geven aan dat meer dan driekwart van de jongeren bij de start middel- tot zware problematiek heeft. Tijdens de begeleiding neemt deze problematiek sterk af tot 38%. Tweederde van de jongeren heeft geen daginvulling bij start van de begeleiding. Dit neemt af naar 36%. Jongeren volgen vaker een opleiding, hebben vaker werk of hebben vaker een ander vorm van dagbesteding.  

Lifecoaches ervaren ook dat jongeren bij de start veel problemen hebben met meedoen in de maatschappij. Dit neemt tijdens begeleiding af van 69% naar 33%. Jongeren zetten grote stappen in zelfregie tijdens begeleiding. Ook mentale problematiek en gebrek aan zingeving nemen af. Echter blijft 90% van de jongeren op deze leefgebieden (licht tot zware) problemen ondervinden.  

Iets minder dan de helft van de jongeren ervaart verslavingsproblematiek, wat afneemt van 37% naar 18%. Verbeterde daginvulling en ondersteuning door de coaches kan hier een verklaring voor zijn. Jongeren verbeteren hun sociaal netwerk tijdens het traject. Tegelijkertijd hebben maar weinig jongeren een goed sociaal netwerk (13%).  

Jongeren verbeteren ook in hun omgangsvormen, die nodig zijn om in sociale situaties te navigeren. Problematiek neemt sterk af van 52% naar 18%.  Jongeren leren tijdens begeleiding ook beter voor zichzelf te zorgen.  

“De lifecoach houdt er rekening mee dat ik niet meerdere dingen tegelijk kan. Het is voor mij een stuk prettiger want ik kan me op één ding focussen.”  
-Fedde- 

Hoe verder 

De lifecoaches gaan door met hun aanpak. Ze werken vanuit het Jongerenteam van de gemeente Leeuwarden, als centrumgemeente voor het doorstroompunt Friesland Noord. Er wordt verder onderzocht waar en hoe de aanpak van de lifecoaches in de regio kan worden ingezet op de bestaande dienstverlening van de gemeenten.  

De pilot lifecoaching is een samenwerking tussen Firda, Fryslân Werkt, Ministerie SZW, gemeente Leeuwarden en Leeuwarden Oost. Het onderzoek en rapport is samengesteld door Purpose.   

‘Afval is een probleem van ons allemaal’

Afvalwagen met personen ervoor

Wat doen Omrin en de gemeente allemaal om afval en rommel in Leeuwarden Oost op te ruimen? En wat kunnen we er zelf tegen doen? Elske van der Kooi – de Beer werkt voor Omrin en betrekt inwoners bij het aanpakken van afval.

Het is een van de grootste ergernissen bij bewoners van Leeuwarden Oost: zwerfvuil, gedumpt grofvuil en bijzet van vuilniszakken. Als partner van het programma Leeuwarden Oost zoekt Omrin samen met de Gemeente Leeuwarden en de inwoners naar manieren om dit deel van de stad schoner te krijgen. Tegelijk is het een grillig probleem, dat lastig is om aan te pakken. Bewoners ergeren zich aan het afval, maar veroorzaken het tegelijkertijd ook. Een uitdagende tegenstelling. We kunnen het niet alleen oplossen. Daar is ook de hulp en de inzet van de bewoners zelf bij nodig.

Rommel

Overal in Leeuwarden komt het voor dat mensen rommel achterlaten waar dat niet hoort. Maar het klopt dat het probleem in Leeuwarden Oost erger is, vertelt Elske. “Ongeveer 80 procent van de hotspots in Leeuwarden zijn daar”. Dat ligt lang niet altijd aan de bewoners zelf, zegt ze daar meteen bij. “Er is weinig ruimte. Er wonen relatief veel mensen op een kleiner oppervlak. Niet iedereen heeft een auto, zodat het lastiger is om naar de milieustraat te gaan.”

Afval dumpen

In sommige wijken van Leeuwarden Oost klagen bewoners erover dat mensen uit andere (vaak rijkere) wijken hun grofvuil bij hun op straat komen dumpen. Ook dat komt voor, erkent ze. Het zijn alleen wel uitzonderingen. Tegelijk is er ook bij veel bewoners zelf nog veel onbekend over hoe, waar en wanneer ze hun afval kwijt kunnen. Hierdoor kijken ze naar wat de buurtgenoten doen en blijven verkeerde gewoontes bestaan. “Afval is een probleem van ons allemaal.”

Afvalcoaches

We helpen bewoners door ze proactief op te zoeken. Onze afvalcoaches bellen bijvoorbeeld bij mensen thuis aan om ze op de hoogte te brengen van de afvalregels in Leeuwarden. Verder staan we regelmatig op lokale evenementen in de wijken, zoals de buurtexpeditie in Heechterp-Schieringen.

Schone leefomgeving

Het is tegelijk wel heel belangrijk dat de straat netjes blijft, zegt Elske. “Als de leefomgeving schoon is, gaan mensen zich ernaar gedragen.” Het Netheidsteams gaat vaak de hotspots langs, vertelt Elske: “Als er een melding binnenkomt van gedumpt grofvuil of bijzet, dan ruimt Omrin het zo snel mogelijk op. ”

Zwerfvuil in het groen pakt de gemeente aan, vertelt Elske. Maar natuurlijk houden Omrin en de gemeente elkaar goed op de hoogte als ze rommel aantreffen. “Die samenwerking gaat heel goed. We schakelen heel snel.”

Bewustwording

Maar Omrin en de gemeente kunnen het niet alleen. Elskes werk bestaat er uit om inwoners te helpen om zich bewust te worden wat ze zelf kunnen doen. Dat doet ze het liefst op een positieve manier. Met een eigen recycletour, door afvalcoaches in te zetten en door bewoners zoveel mogelijk te betrekken. Bijvoorbeeld door met ze in gesprek te gaan. Elske: “Als je meerdere verschillende dingen doet, werkt dat beter dan één idee.”

Stickeractie

Zo was er laatst een stickeractie bij grofvuil en bijzet dat bij de afvalcontainers was gedumpt. “De boodschap was: het is bijna goed!”, zegt Elske. “Want mensen hadden wel de moeite genomen om hun afval daar te plaatsen waar het opgehaald zou worden. Maar toch is het de bedoeling dat je het naar de milieustraat brengt Dat stond er dus ook: breng mij gratis naar de milieustraat.”

Grofvuil gratis laten ophalen

Inwoners kunnen twee keer hun grofvuil gratis laten ophalen en het twee keer gratis naar de milieustraat brengen. Gescheiden afval, zoals hout, matrassen, elektrische apparaten, gips etc kun je altijd gratis naar de milieustraat brengen. Sloop die oude stoel dus uit elkaar, want het hout kan in de houtbak en het metaal in de metaalbak. Hierdoor kan de stoel beter gerecycled worden en is de bewoner goedkoper uit.

Afvalcontainer adopteren

Ook hebben veertig mensen in Leeuwarden (vooral in Oost) een eigen afvalcontainer geadopteerd. Zij houden een oog in het zeil en zorgen dat het rondom de container netjes blijft. “Zij zijn extra ogen en oren in de wijk. Ze zien het bijvoorbeeld ook als een ondernemer iets bijplaatst en dat is niet de bedoeling. Daar sturen we dan een afvalcoach op af om in gesprek te gaan.”

Toch blijft de aanpak van zwerfvuil en het dumpen van afval heel lastig. “Grofvuil is écht de uitdaging. Het is heel lastig te handhaven, maar het is echt de bedoeling dat dat naar de milieustraat gaat of dat je het aanmeldt om te laten ophalen. Daar kunnen we het recyclen of zelfs hergebruiken.”

Nieuw afvalbeleid

Want uiteindelijk is het ook de bedoeling dat het afval niet alleen wordt opgeruimd, maar ook zoveel mogelijk gescheiden en hergebruikt. Om die reden betalen inwoners van Leeuwarders sinds 1 januari ook per kilo ‘grijs’ afval, om het scheiden van afval te bevorderen.

In Leeuwarden Oost waren daarover wel zorgen, omdat veel bewoners bang waren dat meer mensen illegaal zouden dumpen, om te vermijden dat ze meer zouden betalen voor hun afval.

Maar hoe loopt het tot dusver? Ook dat is een ingewikkeld verhaal, vertelt Elske. Ook voor de invoering van het nieuwe afvalbeleid zagen we al jarenlang afval op straat. Maar dat zien we overal in Nederland, ook waar het afvalbeleid níet is veranderd. Hoe dat kan?”

Schonere wijk

Verder is Elske vooral tevreden: “Als je kijkt naar het totale beeld in Leeuwarden, dan gaat het eigenlijk heel goed. Afval wordt veel beter gescheiden en dat is het doel. Mensen zien ook dat er voor hun winst valt te halen als ze beter scheiden. We hebben maar één aarde, en die is niet oneindig. Je ziet dan mensen steeds meer de urgentie voelen. Hopelijk helpt Programma Leeuwarden Oost om met zijn allen die laatste stap te zetten, naar een schonere wijk. ”

Stichting De Friesland draagt zes ton bij aan Leeuwarden Oost

De komende drie jaar draagt Stichting De Friesland voor €600.000 bij aan het programma Leeuwarden Oost. De stichting steunt drie onderdelen die de gezondheid van bewoners bevorderen.

Het programma Leeuwarden Oost krijgt van de stichting geld voor de onderdelen: Scoren voor Gezondheid, het Gezinslab en Skills Garden.

De stichting is verbonden aan zorgverzekeraar De Friesland. Sinds de start van het programma Leeuwarden Oost is de zorgverzekeraar als partner al betrokken.

“Het sprak het bestuur van de stichting aan dat het programma goed aansluit bij gezondheid, vitaliteit en preventie voor een kwetsbare groep en voor een lange looptijd. Veel van de bewoners van dit gebied gaan er ook daadwerkelijk iets van merken” zegt Nynke van der Meulen, manager Strategie en Propositie bij De Friesland

Samen investeren in gezondheid

Samen met zorgverzekeraar De Friesland wil het programma Leeuwarden Oost meer aandacht geven aan de gezondheid van de inwoners van het stadsdeel. Oost. “Het is uniek dat we samen investeren in preventie, en het helpt enorm om de kwaliteit van leven in Leeuwarden Oost te verbeteren” zegt programmamanager Marloes Schreur van Leeuwarden Oost.

De onderdelen

Hieronder vindt u informatie over de onderdelen waar Stichting de Friesland nu ingaat investeren:

Scoren voor Gezondheid
Dit onderdeel heeft als doel dat schoolkinderen in Leeuwarden Oost vaker en gezonder bewegen. Ze leren verschillende sporten en talenten ontdekken en krijgen daarbij inspiratie van voetballers van Cambuur en andere sporters. Bij het merendeel van de deelnemers moet de motorische ontwikkeling merkbaar verbeteren.

Het Gezinslab
Dit onderdeel wil de gezondheid van bewoners verbeteren door achterliggende oorzaken, zoals stress, schulden, werkloosheid of een ongezond levenspatroon weg te helpen nemen. Dat gebeurt op een laagdrempelige manier: met vrijwilligers, buurtbedrijven, ervaringsdeskundigen en professionele hulpverleners. Dankzij de deelname van Stichting De Friesland aan het Gezinslab, kan dBieb cursussen aanbieden op het gebied van bijvoorbeeld een gezond levenspatroon en gezonde voeding.

De Skills Garden
Dit onderdeel is een ontmoetingsplaats waar jong en oud kan spelen, bewegen en sporten. Op de plek van huidige Cambuurstadion is al ruimte gereserveerd voor deze plek. Dit sluit aan op de vraag van bewoners in de wijkplannen. BV Sport wil in aanloop naar de realisatie sportactiviteiten voor bewoners organiseren en bewoners opleiden tot beheerder en sportbegeleider opleiden.

Naast de investering in deze onderdelen, draagt Stichting De Friesland ook bij in de organisatiekosten van het onafhankelijk programmabureau.

Werk in de Wijk

Beleidsmakers en bewonersbedrijven kwamen op 22 juni binnen het programma ‘Ondernemen in je buurt’ samen in Bilgaard. Met bijdragen over het wijkbedrijf Bilgaard en Vrijheidswijk uit Leeuwarden, wijkbedrijf Sportcentrum Noord uit de oude wijken in Groningen en Wijk-welzijn uit Olderbekoop.

Er komen steeds meer wijkbedrijven in Nederland. Wijkbedrijven nemen vaak taken over van de gemeente zoals in de welzijn en groenvoorziening. Zowel gemeenten als wijkbedrijven willen een stap voorwaarts: geen tijdelijke potjes meer maar structurele vormen van financiering van de maatschappelijke impact die bewonersbedrijven maken.  Zo helpt een wijkbedrijf ook mensen aan het werk te krijgen én uit hun sociale isolement te helpen.

Wijkbedrijf Bilgaard

Wijkbedrijf Bilgaard is al jaren hét voorbeeld in de gemeente Leeuwarden. Woningcorporatie WoonFriesland wilde 330 woningen in de wijk Bilgaard renoveren. Ook wilden zij de leefbaarheid van de buurt vergroten. In 2014 leidde dat tot het startschot voor het oprichten van Wijkbedrijf Bilgaard. Een bedrijf voor en door de bewoners. Samen met de professionele hulp van een vereniging van bedrijven knapte het wijkbedrijf de woningen op. Onder leiding van Dick Bootsma doet het wijkbedrijf steeds meer: van groenonderhoud tot leefbaarheidsprojecten. Zo’n 142 wijkbewoners verrichten als vrijwilliger werkzaamheden die de wijk leefbaarder en beter maken. Velen stromen door naar werk, en gaan daarmee op welzijnsniveau vooruit.

Vrijheidswijk

Tessa Mahmoud was al jaren actief voor de wijkvereniging in de Vrijheidswijk. Soms wel zestig uur. Samen met opbouwwerker Auck Busman wilden ze net als in Bilgaard een wijkbedrijf opzetten. “Ik zag dat het in Bilgaard werkt. En dacht; waarom dan ook niet in mijn wijk?” De gemeente Leeuwarden zag het belang van een wijkbedrijf. Tessa’s inzet werd dan ook beloond met een betaalde baan als wijkbeheerder. Inmiddels werkt ze met 35 bewoners samen om de wijk leefbaarder te maken. “Voor hun werkzaamheden krijgen ze een vrijwilligersvergoeding. Daarmee loont hun inzet ook financieel.” Auck Busman ziet het belang van een wijkbedrijf. “Dat gevoel dat je er toe doet is zo belangrijk! Ook dat wij de inzet van deze vrijwilligers zo gaan zien. Zij doen er toe!”

Resultaatfinanciering

Iri Oosting is Projectcontroller bij het programma Leeuwarden Oost. Tijdens de bijeenkomst over de tweejarige pilot ‘resultaatfinanciering’ in Leeuwarden. Dat houdt in dat de FNO en de gemeente wijkbedrijven en sociale bedrijven zoals de Dreamfabryk op resultaten financieren. “Van deze pilot zullen we veel van gaan leren. En of het resultaat is gehaald? Dat bepalen de bewoners.”

Gemeente Leeuwarden

Bij de gemeente Leeuwarden houden ze bij inkopen ook steeds meer rekening met het vraagstuk ‘wat werkt er nu voor inwoners?’

“Het gaat ons niet om het schoffelen van de tuintjes. Het gaat ons erom of het mensen vooruit helpt om stappen te zetten naar werk en of opleiding. En wij zien dat wijkbedrijven mensen in beweging weet te krijgen. We zetten meer in op het welzijn van inwoners. We willen ze uiteindelijk in hun kracht zetten. Veel mensen beseffen niet dat we daarmee ook veel gelden besparen. Als iemand goed in zijn of haar vel zit, zorgt dat voor lagere zorgkosten. Het draagt ook bij tot een ‘hoopvollere’ instelling. En dat maakt de weg makkelijker naar een opleiding, participatietraject en of werk.” zegt inkoopadviseur Sociaal domein Iris Meester de Vries.