reset size mute speaker contrast

Kijken naar wat wél kan

Foto Tessa Mahmoud van de Vrijheidswijk samen met twee vrijwilligsters

Bewoners van de Vrijheidswijk hebben veel meer in hun mars dan ze denken. Met dit motto zorgt wijkbeheerder Tessa Mahmoud (op de foto in het midden) er samen met anderen voor dat het wijkbedrijf anderhalf jaar na de oprichting al heel wat heeft bereikt. “De wijk wordt saamhoriger en mensen krijgen kansen om zich te ontwikkelen.” Binnenkort opent het wijkbedrijf een wijkrestaurant en een tweedehandswinkel.

De armoede die Tessa Mahmoud om zich heen zag, was anderhalf jaar geleden een van de redenen dat ze bij de gemeente aangaf dat er een wijkbedrijf moest komen, net zoals in Bilgaard. Sinds negen jaar woont ze in de Vrijheidswijk: “Deze gevarieerde wijk heeft alle problemen die je in een grote stad kunt vinden, zoals laaggeletterdheid en armoede.” De vrijwilligers van het op te richten wijkbedrijf moesten een vergoeding krijgen, vond ze, bovenop het inkomen of uitkering. “Zodat mensen ook eens een volle koelkast kunnen hebben.”


Schoonmaak


Tessa werd van zeer actief vrijwilliger betaalde kracht en ging op zoek naar opdrachten die het wijkbedrijf kon uitvoeren. Een belangrijke is het schoonmaken van het multifunctionele gebouw waar het wijkbedrijf in gevestigd is, MFC Mozaïek aan de Droppingstraat. “Elke dag zijn we een paar uur bezig. En in de schoolvakanties doen we een grote schoonmaak.” Ook maakt een groepje de balustrades van de grote flats aan de Canadezenlaan en Dragoonsplein schoon, die in de winter altijd groen uitslaan. De vrijwilligers doen het schoonmaakwerk met liefde, ziet Tessa, die overigens zelf ook gerust de bezem oppakt. Het wijkbedrijf haalt verder het oud papier op en er is een plan om zwerfvuil aan te pakken. Eens per twee weken zijn er gewilde kookprojecten, waarbij wijkbewoners samen kunnen eten. “We merken dat het hard nodig is.”


Wat kan wél


Het extraatje aan inkomen is voor de veertig tot vijfenveertig vrijwilligers vaak aanleiding om naar het wijkbedrijf toe te stappen, maar de impact voor de persoon en de wijk is veel groter. “De sociale cohesie groeit, er ontstaan vriendschappen en mensen helpen elkaar. Sommigen komen hier ook op hun vrije dag even langs, of doen vrijwilligerswerk bij de wijkvereniging, ook hier in het gebouw.”

Mensen komen soms uit hun isolement, leren waar nodig structuur aan en krijgen kansen zich te ontwikkelen. Tessa kijkt nooit naar opleiding of iemands verleden. “Mijn belangrijkste vraag is: wie ben je, en wat vind je leuk om te doen? Ik zie zoveel potentie, mensen hebben veel meer in hun mars dan ze denken.” Denken in oplossingen, daar houdt Tessa van, en vooral doén. “Als iets niet kan, of nóg niet kan, dan kijk ik: wat kan wél.”

De dames van V-Food


Ontwikkelen


Doorgroeien binnen het wijkbedrijf is soms mogelijk, naar voorvrouw in de schoonmaak bijvoorbeeld, of het maken van de roosters. Janet is coördinator van het leer-werkbedrijf geworden. Ze is blij met de ervaring die ze binnen het wijkbedrijf opdoet: “Er gaan deuren open, ik leer veel.” Sommige andere vrijwilligers stromen door naar de schoonmaakbranche. Maar ook als doorstromen naar een reguliere baan niet haalbaar is, wordt er volgens Tessa toch veel bereikt. Het kan (eerst) ook om andere doelen gaan, zoals bij jongeren. Dat geldt bijvoorbeeld voor een jongeman, die stage loopt bij het wijkbedrijf en er een taakstraf heeft verricht: “Het betekent veel voor me, ik kan iets doen voor de wijk, ik leer socialer zijn en samenwerken.” 


Wijkrestaurant


In maart opent het wijkrestaurant, met twee keer per week een gezonde, goedkope maaltijd.  Daarvoor is Tessa druk aan het organiseren, zo heeft ze meubels in het oosten van het land gedoneerd gekregen. “We halen de meubels met een groepje vrijwilligers op, we doen het echt als team.” Of het restaurant gaat lopen, weet Tessa niet, maar experimenteren en zelfs falen mag, zo is haar overtuiging. Dat vrijwilligers van het wijkbedrijf intussen meer zelfvertrouwen krijgen en opbloeien, zien ook andere wijkbewoners. Tessa: “De mond-tot-mondreclame zorgt ervoor dat regelmatig wijkbewoners vragen: mag ik ook komen?”